Oproep Cedris: Maak werk van de inclusieve arbeidsmarkt
Sociaal ontwikkelbedrijven willen gedurende deze regeerperiode per jaar 10.000 mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk helpen. Voor de mensen zelf, én om iets te doen aan het grote personeelstekort. Dat lukt echter alleen als de overheid een reële, kostendekkende vergoeding geeft voor de begeleiding naar werk. Dat draagt ook bij aan de instandhouding van de expertise van de sociale ontwikkelbedrijven, waardoor groei van de sociale werkgelegenheid mogelijk wordt.
In het coalitieakkoord spreekt het nieuwe kabinet de ambitie uit om meer mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt naar werk te begeleiden en het aantal beschutte werkplekken uit te breiden. Dit is echter niet verder uitgewerkt. De sociaal ontwikkelbedrijven verenigd in Cedris komen daarom met een uitgewerkt voorstel om een extra inspanning te doen meer mensen aan het werk te helpen en zo meer vacatures te vervullen.
Realistische en haalbare ambitie
De leden van Cedris willen de komende regeerperiode jaarlijks 10.000 mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan een baan helpen, 40.000 in totaal. Dit is voor nu een realistische en haalbare ambitie die bijdraagt aan een inclusieve arbeidsmarkt.
€ 2.500 tot € 3.000 tekort
De ambitie kan alleen gerealiseerd worden als de vergoeding van de begeleiding naar werk, kostendekkend is. Tegenover een beschikbaar budget van zo’n € 6.000 staan kosten van gemiddeld € 8.700. Omdat het huidige budget ontoereikend is, draaien gemeenten op voor de extra (begeleidings)kosten. Hierdoor zijn minder mensen aan het werk geholpen dan gemeenten wilden.
Wordt de vergoeding niet naar boven bijgesteld, dan groeien de tekorten en zal de sociale werkgelegenheid in vier jaar tijd met 10.000 personen dalen. Niets extra doen betekent dus dat er aan het einde van de kabinetsperiode niet meer, maar juist minder mensen aan het werk zijn.
Benodigde investering
Op basis van onderzoek van Berenschot en CapelAdvies heeft Cedris berekend hoeveel extra geld er nodig is om jaarlijks 10.000 mensen aan het werk te helpen.
In 2022 gaat het om structureel € 141 miljoen. Dat bedrag loopt op tot € 367 miljoen in 2025. Eerdere bezuinigingen maken dat er ook herstelwerk nodig is om meer mensen met een arbeidsbeperking aan de slag te kunnen helpen. Tegenover deze extra investering staat de eerder genoemde bezuiniging op de Wsw. Die leidt de komende vier jaar tot een structurele daling van de uitgaven van de Wsw voor de rijksoverheid van uiteindelijk € 250 miljoen in 2025.
Een sterke sociale infrastructuur
Meer mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt naar werk begeleiden en het aantal beschutte werkplekken uitbreiden – zoals het nieuwe kabinet wil – lukt alleen met een sterke sociale infrastructuur. Een dergelijke infrastructuur voor de sociale werkgelegenheid kan echter alleen overeind blijven als de financiële basis gezond is.
Om de hiervoor benodigde kennis en expertise ook in de toekomst te borgen, moeten de sociaal ontwikkelbedrijven kunnen rekenen op kostendekkende financiering voor iedereen die vanuit de Participatiewet aan het werk is of naar werk wordt geholpen. Gebeurt dat niet, dan komt de levensvatbaarheid van de sociaal ontwikkelbedrijven in gevaar en dreigt kennis en expertise die in decennia is opgebouwd te verdwijnen. Zonder dit fundament is een uitbreiding van de sociale werkgelegenheid een illusie.
Investeren in toekomstbestendigheid
Kortom, nu investeren betekent dat meer mensen aan het werk komen, de arbeidsmarkt inclusiever en de sociale infrastructuur toekomstbestendig wordt. Deze extra investering helpt de economie, omdat werkgevers meer vacatures kunnen vervullen, meer werkzoekenden aan het werk komen, de gemeenten besparen op uitkeringen en het Rijk extra belastingopbrengsten ontvangt.